>> WAT IS (E)OBD

In 1980, wanneer computers voor het eerst in auto's gebruikt werden, introduceerde General Motors een zelfdiagnose systeem. Dit zelfdiagnose systeem, On Board Diagnostic (OBD) genaamd, controleerde
de motor op fouten. Wanneer een fout werd gedetecteerd, ging een "ENGINE CHECK"-lampje op het dashboard branden. Het lampje gaf aan de bestuurder aan dat hij zijn auto moest laten nakijken.
Dit systeem is heden in Europa nog steeds in gebruik.

In 1988 vond de California Air Resource Board (CARB) dat al de auto's in Californië een On-Board Diagnostic systeem moesten hebben gelijk aan dat van General Motors. Dit systeem werd door de wet beschreven als zelfdiagnose systeem generatie één (OBD-I).

Het zelf-diagnose systeem controleerde het zuurstof systeem, het uitlaatgas-recirculatie systeem,
het brandstof toevoer systeem, de motorcomputer en de bijkomende componenten die aan de emissie
gerelateerd zijn. Als er een fout optrad, brandde de "Malfunction Indicator Lamp" (MIL) en werd
een "Diagnostic Trouble Code" (DTC) opgeslagen in het geheugen van de motor-computer.
Deze foutcode kon de dealer met een merkspecifieke scan-tool uitlezen, lokaliseren en eventueel oplossen.

Later in datzelfde jaar, wanneer OBD-I verplicht werd in Califomië, ontwierp CARB richtlijnen voor de
volgende generatie van OBD-I, de OBD-II. Deze richtlijnen bevatten onder meer de standaardisatie van de connector voor de scan-tool, Data Link Connector (DLC) genaamd, en de universele systeem foutcodes.
De "Society of Automotive Engineers" (SAE) zorgde voor de bepalingen en de bewaking over de vastgelegde eisen. SAE is dus met andere woorden het uitvoerende orgaan.

De richtlijnen van CARB zijn overgenomen door de Federal Clean Air Act in 1990 en zijn van toepassing op
al de auto's en lichte bestelwagens die vanaf 1 januari 1996 op de Amerikaanse markt verschijnen.

E-OBD

E-OBD staat als afkorting voor European On-Board Diagnostics (europese eigendiagnose). Het is een diagnosesysteem, dat in de regeleenheid van de motorregeling geïntegreerd is en continu emissie-relevante regelsystemen en componenten van de motorregeling bewaakt. EOBD is onderdeel van de Euronorm fase 3, die officiëel vanaf 01.01.2001 toegepast wordt bij het op kenteken zetten van voertuigen. Echter al sinds 01.01.2000 (type-goedkeuring voertuig) worden in Europa alleen nog maar nieuwe voertuigen met benzinemotoren toegelaten volgens de EU-richtlijnen met EOBD.

De taak van het OBD-II systeem is om verschillende componenten in een auto te bewaken en te controleren
op het correct functioneren. In de nu volgende opsomming staan deze componenten genoemd.

Bewaking van :

 - Katalysator.
 - Lambda-sonden.
 - Brandstofsysteem.
 - Secundairlucht-systeem.
 - Uitlaatgas-recirculatie.
 - Andere systemen.
 - Herkenning van onjuiste verbrandingsprocessen.
 - Gestandaardiseerde teststekker.
 - Gestandaardiseerde sturing van de controlelamp (Malfunction Indicator Lamp – MIL).
 - Gestandaardiseerd storingsprotocol en gestandardiseerde foutcodes.

DIAGNOSTIC TROUBLE CODE (DTC)

Diagnostic Trouble Codes zijn ontworpen om verdachte delen aan te duiden. DTC's zijn bedoeld om je
direct naar de juiste service procedure te begeleiden. De bedoeling van DTC is niet om een defecte
component te suggereren. Hoe ze worden weergegeven maakt niet uit, als ze maar gebruik maken van de volgende structuur die is vastgelegd in SAE J2012. Een diagnose foutcode bestaat uit een alfanumeriek kenmerk gevolgd door vier cijfers. Elk karakter is als volgt gedefinieerd :

De eerste positie van de DTC geeft de functie aan :

B = Body.
C = Cassis.
P = Powertrain.
U = Network Communication.

De tweede positie geeft aan wie verantwoordelijk is voor de bepaling van de code:

0 = SAE
1 = constructeur
2 = gereserveerd
3 = gereserveerd

De derde positie in de DTC geeft de subgroep aan

0 = Totaal Systeem
1 = Brandstof / Lucht regeleenheid
2 = Brandstof / Lucht regeleenheid
3 = Onstekingssysteem / misfire
4 = aanvullend ontstekingssysteem
5 = stationair / snelheids regeleenheid
6 = Powertrain regelmodule en Input/Output
7 = Transmissie
8 = Transmissie
9 = gereserveerd voor SAE

Het vierde en de vijfde karakter in de DTC geeft het betrokken gebied weer.

Voorbeeld: P 1 7 1 1

* P = Geeft een Powertrain DTC aan
* 1 = Geeft aan dat het een merkcode is
* 7 = Geeft aan dat de fout te maken heeft met de transmissie
* 1 1 = Geeft aan dat een TOT-circuit buiten het regelgebied valt
 

>> OBD-II Compatibiliteit

Alle auto's en lichte vrachtwagens die gemaakt zijn voor verkoop in de Verenigde Staten na 1996
ondersteunen OBD-II. Dit betekent ook dat alle Europese geïmporteerd auto's van bouwjaar 1996
en jonger uit de Verenigde Staten OBD-II compatibel zijn.

Voor de Europese auto's is het lastiger om vast te stellen of de auto OBD-II compatibel is. Nadat in de Verenigde Staten fabrikanten verplicht waren om hun auto's met het OBD-II systeem uit te rusten, zijn een aantal  Europese fabrikanten al begonnen met auto's bouwen die uitgerust zijn met het OBD-II systeem.
De overige fabrikanten hebben echter gewacht totdat  het verplicht werd, daarom is het niet mogelijk om te zeggen dat alle auto's vanaf 1996 OBD-II compatibel zijn. De auto's die gebouwd zijn na de verplichte
wetgeving zijn allen uitgerust met de OBD-II systeem, dit zijn :

  • Alle auto's met benzinemotoren vanaf modeljaar 2001.
  • Alle auto's met dieselmotoren vanaf 1 Januari 2003.

Zoals eerder vermeld  zijn een aantal fabrikanten voordat de wetgeving van kracht was al begonnen met het bouwen van auto's met het OBD-II systeem. Het OBD-II kent vijf communicatie protocollen, namelijk :
J1850 PWM, J1850 VPW, ISO 9141-2, ISO 14230-4 B (gekend als Protocol 2000) en meer recentelijk
ISO 15765-4/SAE 12480 (CAN). Een auto kan één van deze protocollen gebruiken.

Heeft u een auto ouder dan de bovengenoemde bouwjaren dan kunt u aan de hand van de OBD-II connector
in uw auto bepalen welke protocol uw auto gebruikt. U zoekt in uw auto de connector op en kijkt welke pins bezet zijn. In de onderstaande tabel kunt u het protocol bepalen.

 J1850 PWM  De verplichte penbezetting : pen 2 en 10
 J1850 VPW  De verplichte penbezetting : pen 2
 ISO 9141-2 / 14230-4  De verplichte penbezetting : pen 7 en optioneel pen 15
 ISO 15765 (CAN)  De verplichte penbezetting : pen 6 en 14

Naast deze vermelde pennen is er zijn er de volgende vaste pennen steeds aanwezig :
pen 4 (MASSA) / pen 5 (SIGNAALMASSA) / pen 16 (PERMANENTE 12V)

 PWM  De connector moet hebben : pen 2, 4, 5, 10 en 16
 VPW  De connector moet hebben : pen 2, 4, 5 en 16, en géén pen 10
 ISO  De connector moet hebben : pen 4, 5, 7 en 16. Pen 15 kan wel of niet aanwezig zijn.
 CAN  De connector moet hebben : pen 4, 5, 6, 14 en 16

De algemene penbezetting is als volgt :

  • 1. Vrije bezetting
  • 2. Bus + SAE J1850
  • 3. Vrije bezetting
  • 4. Massa chassis
  • 5. Massa signaal
  • 6. Vrije bezetting
  • 7. K-line ISO 9141 -2
  • 8. Vrije bezetting
  • 9. Vrije bezetting
  • 10. Bus - SAE J1850
  • 11. Vrije bezetting
  • 12. Vrije bezetting
  • 13. Vrije bezetting
  • 14. Vrije bezetting
  • 15. L-line ISO 9141 -2
  • 16. Constant + (12V - accu plus)